Wat ik leerde over vrede op mijn vaders rug - dr. Sun Myung Moon autobiografie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Snelle navigatie > Hoofdstuk 1: Voedsel is liefde
 

- Hoofdstuk 1 - Voedsel is liefde -



1-1

Wat ik leerde over vrede, terwijl mijn vader me op zijn rug droeg


In mijn leven speelt slechts één gedachte een rol. Van kinds af aan heb ik een wereld van vrede tot stand willen brengen, een wereld zonder oorlogen, waarin de mensheid in liefde leeft. Sommigen zullen zich afvragen hoe het mogelijk is, dat ik ook als klein kind al zo serieus over vrede nadacht. Maar is het zo vreemd, zo verbazingwekkend, dat een kind van een wereld van vrede droomt?

In 1920, mijn geboortejaar, was Korea bezet door Japan. Direct na de bevrijding brak de Koreaanse oorlog uit; vervolgens waren er de Aziatische financiële crisis en talrijke andere crises die hun tol eisten. Korea was jarenlang niet een land dat gemakkelijk geassocieerd werd met vrede. Maar oorlogsleed en verwarring waren niet alleen het lot van Korea. De twee wereldoorlogen, de Vietnam-oorlog en de oorlogen in het Midden-Oosten laten zien, dat mensen in deze wereld elkaar voortdurend als vijanden tegemoet treden, geweerlopen op elkaar richten en  elkaar bombarderen.

Voor mensen die de gruwel van bebloede en kapotgeschoten lichamen aan den lijve ervaren hebben, is vrede waarschijnlijk alleen maar een verre droom. Toch is het niet zo moeilijk om vrede te bewerkstelligen. Om te beginnen kunnen we vrede vinden in de lucht die we inademen, in de natuur, en in de mensen om ons heen.

Als kind dacht ik, dat de velden en bossen mijn thuis waren. Zodra ik bij het ontbijt mijn kom rijst naar binnen had gewerkt, rende ik naar buiten en bracht de hele dag door in de heuvels en bij de beekjes. Ik kon de hele dag door het bos zwerven, te midden van de vele vogels en andere dieren. Ik at kruiden en wilde bessen en had nooit honger. Als kind hoefde ik slechts het bos in te gaan, om me naar geest en lichaam helemaal op m’n gemak te voelen. Ik viel dikwijls in slaap in de heuvels, nadat ik daar gespeeld had. Mijn vader moest me dan gaan zoeken. Wanneer  ik hem in de verte “Yong-myung!  Yong-myung!” hoorde roepen, moest ik zelfs in mijn slaap lachen. Als kind heette ik Yong-myung. Mijn vaders stem maakte me wakker, maar ik deed alsof ik sliep. Hij hees me op zijn rug en droeg me naar huis.

Het gevoel dat ik had, terwijl hij me van de heuvel naar beneden droeg – mijn hart volledig tot rust, in het gevoel van volledige veiligheid– dat was vrede. Zo leerde ik op de rug van mijn vader voor het eerst wat vrede is.

De reden waarom ik als kleine jongen al zo van het bos hield was, omdat ik voelde dat alle vrede van de wereld daar te vinden is. De verschillende levensvormen in het bos vechten niet met elkaar. Natuurlijk eten dieren elkaar op, maar dat komt omdat zij honger hebben en moeten overleven. Zij vechten niet omdat zij elkaars vijanden zijn. Vogels haten geen andere vogels. Dieren haten geen andere dieren. Bomen haten geen andere bomen. Er kan pas vrede komen, wanneer er geen vijandschap is. De mens is de enige die zijn soortgenoten haat. Mensen haten andere mensen omdat hun land, hun godsdienst en hun denkwijzen anders zijn.

Ik heb bijna tweehonderd landen bezocht. Er zijn maar weinig landen waar ik, na te zijn geland op de nationale luchthaven, dacht: “Dit is werkelijk een vredige en aangename omgeving”. Op veel plaatsen stonden, vanwege een burgeroorlog, soldaten met het geweer in de aanslag, om de luchthaven te bewaken of om straten af te zetten. Het geluid van geweervuur was er dag en nacht te horen. Meer dan eens kwam ik in een stad, die ik bezocht om er over vrede te spreken, in een bepaald niet ongevaarlijke situatie terecht. De wereld kampt heden ten dage met een eindeloze reeks grote en kleine conflicten. Tientallen miljoenen mensen lijden honger, zonder uitzicht op verbetering van hun situatie. Toch worden miljarden dollars besteed aan wapens. Alleen al de enorme bedragen die besteed worden aan geweren en bommen zijn voldoende om iedereen te voorzien van voldoende voedsel.

Ik heb mijn leven gewijd aan het bouwen van bruggen van vrede, tussen landen die elkaar haten vanwege verschillen in ideologie en godsdienst. Ik heb forums gecreëerd waar moslims, christenen en joden elkaar konden ontmoeten. Ik heb de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie geholpen om hun meningsverschillen over de kwestie Irak te overbruggen. Ik heb meegewerkt aan het proces van verzoening tussen Noord en Zuid-Korea. Het was voor mij nooit een kwestie van geld of roem. Sinds ik oud genoeg was om te beseffen wat er in de wereld gebeurde, was dit het enige doel in mijn leven: een wereld van vrede. Ik heb nooit iets anders gewild. Het is niet gemakkelijk om dag en nacht voor vrede te leven, maar dit is het werk waar ik het meest gelukkig van word.

Tijdens de Koude Oorlog hebben we de pijn gevoeld van een wereld die door ideologische tegenstellingen in tweeën was verdeeld. In die tijd werd gedacht dat vrede vanzelf zou komen, zodra het communisme zou verdwijnen. Echter, nu de Koude Oorlog voorbij is, is het aantal conflicten in de wereld alleen maar toegenomen. Ras en religie zorgen nu voor verdeeldheid. Legio aan elkaar grenzende landen hebben geschillen, en bezien elkaar met wantrouwen. Alsof dit nog niet genoeg is, zijn zelfs groepen mensen binnen nationale grenzen in oorlog met elkaar, waarbij ras, godsdienst of de regio waar men geboren is, de oorzaak van conflicten vormen. Mensen zo zijn, zijn elkaars vijanden geworden en weigeren hun harten voor elkaar te openen.  

Wanneer we de geschiedenis van de mensheid bekijken, dan zien we dat de gruwelijkste en meest wrede oorlogen niet werden uitgevochten tussen naties, maar tussen rassen. Van dergelijke oorlogen waren die tussen etnische groepen waarbij religie als voorwendsel werd gebruikt, de verschrikkelijkste. Tijdens de burgeroorlog in Bosnië, een van de ernstigste etnische conflicten van de twintigste eeuw, werden duizenden mensen, onder wie vele kinderen, op barbaarse wijze afgeslacht. Op 11 september 2001 kwamen duizenden onschuldige mensen om, toen de torens van het World Trade Center in New York met passagiersvliegtuigen werden verwoest. Nog niet zo lang geleden verloren honderden mensen het leven, zowel in de Gazastrook in Palestina als in het zuiden van Israël, als gevolg van het gewelddadige conflict in die regio. Huizen werden vernietigd, en hele groepen mensen leven er constant met de dood voor ogen: alles het trieste resultaat van conflicten tussen etnische groepen, en tussen verschillende religieuze tradities.

Hoe komt het dat mensen elkaar zo haten, dat ze elkaar zelfs doden? Natuurlijk zijn er vele redenen, maar er komen bijna altijd religieuze verschillen bij kijken. Dit gold voor de Golfoorlog, en het geldt ook voor het Arabisch-Israëlisch conflict, over het bestuur van Jeruzalem. Zodra racisme godsdienst als voorwendsel gebruikt, wordt het probleem extreem complex. De kwade geesten van de godsdienstoorlogen, waarvan we dachten dat ze in de middeleeuwen waren opgehouden te bestaan, blijven ons in de eenentwintigste eeuw achtervolgen.

Godsdienstoorlogen vinden voortdurend plaats, omdat veel politieke figuren de vijandschap tussen religies misbruiken, om hun zelfzuchtige belangen te dienen. Geconfronteerd met politieke macht worden religies vaak onzeker, en raken dan de weg kwijt. Ze verliezen hun oorspronkelijke doel, het werken aan vrede, uit het oog. Alle religies dragen verantwoordelijkheid om wereldvrede te bevorderen. Toch zien we, jammer genoeg, dat godsdiensten in plaats daarvan vaak de oorzaak worden van het conflict.

Achter dit kwaad treffen we de intriges van de politiek aan, met zijn macht en geld. Een ware leider moet er in de eerste plaats voor zorgen, dat vrede wordt gehandhaafd. Maar de huidige leiders doen dikwijls het tegenovergestelde, en leiden de wereld naar confrontaties en geweld.

Er zijn leiders die de taal van religie en nationalisme gebruiken, om hun egoïstische ambities te verbergen. Zolang zij niet rechtvaardig zijn, zullen landen en nationaliteiten in verwarring blijven. Religie noch  vaderlandsliefde zijn in hun essentie kwaadaardig. Zij zijn waardevol, als ze bijdragen tot de vorming van één wereldgemeenschap. Wanneer echter beweerd wordt dat slechts één bepaalde godsdienst of bevolkingsgroep gelijk heeft, en wanneer als gevolg van deze houding andere godsdiensten en etnische groepen met minachting worden behandeld en aangevallen, verliezen religie en vaderlandsliefde hun waarde. Indien een religie zover gaat, dat zij andere godsdiensten veracht en als waardeloos beschouwt, dan belichaamt zij niet langer het goede. Hetzelfde geldt, wanneer vaderlandsliefde wordt misbruikt om de rechten van het eigen land boven dat van andere te plaatsen.

Een universele waarheid vertelt ons, dat wij elkaar moeten respecteren en helpen. Zelfs de kleinste dieren weten dat. Honden en katten kunnen van nature niet goed met elkaar overweg, maar als ze in hetzelfde gezin worden opgevoed, zijn ze zelfs gesteld op elkaars nakomelingen, en zijn ze vriendelijk voor elkaar. Hetzelfde zien we bij planten. De klimplant die tegen een boom aan groeit, is voor steun afhankelijk van de stam. De boom zegt niet: ”Hé! Wat denk je wel, dat je zomaar tegen mijn stam omhoog kunt klimmen?” Het is een universeel beginsel, dat iedereen met elkaar, en voor elkaar leeft. Wie van dit beginsel afwijkt, gaat vroeg of laat ten onder. Als nationaliteiten en godsdiensten elkaar blijven aanvallen, heeft de mensheid geen toekomst. Dan kunnen we een eindeloze cyclus van terreur en oorlogvoering tegemoet zien, tot we op een dag niet meer bestaan. We zijn echter niet zonder hoop. Natuurlijk is er hoop!

In de loop van mijn lange leven ben ik de droom van vrede altijd blijven koesteren. Mijn diepe verlangen is, om de muren en hekwerken te verwijderen, die de wereld op talloze manieren verdelen. Ik wil een wereld van eenheid scheppen. Ik wil de muren tussen religies en rassen neerhalen, en de kloof tussen rijk en arm dichten. Zodra dit gebeurd is, kunnen we de wereld van vrede, die God in het begin schiep, opnieuw vestigen. Ik heb het over een wereld waarin niemand honger heeft, en niemand tranen vergiet, die veroorzaakt worden door lijden en gebrek. Om een wereld zonder hoop, en met een tekort aan  liefde, weer gezond te maken, moeten wij terug naar het zuivere hart dat we als kind hadden. Om de behoefte aan steeds meer materiële rijkdom te overwinnen, en onze schitterende essentie als mens te herstellen, moeten we terugkeren naar de universele beginselen van vrede. We moeten opnieuw de liefde ademen zoals we die ontvingen, toen we als klein kind op onze vaders rug naar huis werden gedragen.



START  |  TERUG  |  VOLGENDE

 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu