Het land mag verdeeld zijn, het volk is het niet - dr. Sun Myung Moon autobiografie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Snelle navigatie > H6: Liefde leidt naar eenwording
 

- Hoofdstuk 6 - Liefde leidt naar eenwording -



6-6

Het land mag verdeeld zijn, het volk is het niet


Het Koreaanse schiereiland is een van de laatste landen op aarde die verdeeld zijn. We hebben de verantwoordelijkheid om ons schiereiland te herenigen. We kunnen onze kinderen geen verdeeld vaderland nalaten. Het is ontoelaatbaar dat mensen van één volk verdeeld zijn, en dat vredelievende burgers hun ouders en hun broers en zussen niet kunnen bezoeken. De grenslijn die Noord en Zuid-Korea verdeelt is door mensenhanden getrokken. Land kan men verdelen, een volk echter niet. Het feit dat we elkaar niet kunnen vergeten, en zelfs na zestig jaar scheiding zo sterk naar elkaar verlangen, toont aan dat we één volk zijn.

Het Koreaanse volk staat vanouds bekend als het 'volk met de witte gewaden’, als gevolg van de kleur van onze traditionele kleding. Wit symboliseert vrede, en ons volk is een vredelievend volk. Tijdens de Japanse overheersing woonden Koreanen, Chinezen en Japanners in Mantsjoerije en Siberië. Soms hielpen ze elkaar, andere keren stonden zij elkaar naar het leven. In al die tijd droegen de Koreanen nooit een zwaard of een mes, zoals de Japanners en de Chinezen. In plaats daarvan droegen wij vuurstenen mee, waarmee we vuren maakten om onszelf te beschermen in het bevroren land van Mantsjoerije en Siberië.

Dit is de aard van ons volk. We zijn mensen die de Hemel respecteren, zich aan morele beginselen houden en boven alles van vrede houden. Het bloed van ons volk is vaak vergoten tijdens de Japanse bezetting en de Koreaanse oorlog. Dat heeft echter niet geleid tot de hereniging van ons land, of het vestigen van een heerschappij van vrede. Ons land werd bij haar middel in tweeën gebroken, en één deel werd een duistere wereld onder het communisme.

Hereniging is nodig voor het herstel van de soevereiniteit van ons volk. We moeten de deling tussen het Noorden en het Zuiden beëindigen, zodat we in vrede kunnen leven. Pas nadat we zelf de vreedzame hereniging tot stand brengen en onze soevereiniteit herstellen, kunnen we de wereld vrede brengen.

Het Koreaanse volk is geschapen om wereldwijd vrede te brengen.
Alle dingen hebben een naam, en namen hebben een betekenis. Onze traditionele witte gewaden zijn niet alleen overdag, maar ook ‘s nachts goed zichtbaar. Wit is de juiste kleur voor wegwijzers, omdat dit ook in het donker goed zichtbaar is. Zo is ons volk voorbestemd om de wereld boodschappen van vrede te brengen, zowel overdag als ’s nachts.

Het Noorden en het Zuiden zijn gescheiden door een bestandslijn, maar dat is niet het echte probleem. Zodra we deze grenslijn verwijderen, zullen we merken dat er een nog veel grotere barrière bestaat, namelijk tussen ons en Rusland en China. Willen we ware vrede voor ons volk, dan zullen ook die bestandslijnen ongedaan gemaakt moeten worden. Het zal moeilijk zijn, maar niet onmogelijk. Waar het op aankomt is onze innerlijke houding.

Het is mijn overtuiging dat wanneer iemand zweet, hij dit moet doen tot hij niets meer over heeft. Een mens moet zelfs die allerlaatste druppel uitzweten, zodat er niets achterblijft in zijn hart. Op die manier zal hij nooit ergens spijt van hebben, en alles zal schoon zijn en in orde. Hetzelfde geldt wanneer we aan iets heel moeilijks beginnen. Onze uitdaging is pas voorbij, zodra we op elk niveau de overwinning hebben behaald en onze toestand kraakhelder is. Wat we ook aanpakken, het moet helemaal afgemaakt worden. Dan pas kan het vruchten afwerpen. We kunnen de soevereiniteit van ons volk niet herstellen zonder door pijn en grote moeilijkheden te gaan.

Tegenwoordig praten veel mensen over een vreedzame hereniging van de twee Korea’s. Ik sprak echter al over dit thema in een tijd dat niemand de term 'vreedzame hereniging' in de mond durfde te nemen, omdat men bang was beschuldigd te worden van het overtreden van de ‘anticommunisme wet’ en de wet voor de nationale veiligheid. Als mij vandaag gevraagd wordt wat er moet gebeuren om de hereniging mogelijk te maken, dan zeg ik wat ik altijd over deze kwestie heb gezegd: ''Als de Zuid Koreanen meer van Noord-Korea houden dan van Zuid-Korea, en de Noord Koreanen houden meer van Zuid-Korea dan  van Noord-Korea, dan kunnen we ons schiereiland vandaag nog herenigen''.

In 1991 was ik bereid om mijn leven te riskeren door naar Noord-Korea te gaan en president Kim te ontmoeten, omdat ik in mijn hart deze sterke basis van liefde had. Ik heb overeenstemming met hem bereikt over ontmoetingen tussen gescheiden families, economische samenwerking tussen Noord en Zuid, de ontwikkeling van de berg Kumgang als toeristische trekpleister, de denuclearisering van het Koreaanse schiereiland en het voorbereiden van een topconferentie tussen Noord en Zuid. Niemand dacht dat een anticommunist naar een communistisch land kon reizen om daar de sluizen van de hereniging open te zetten. Ik heb de wereld hiermee verrast.

Voor mijn ontmoeting met president Kim hield ik in de Mansudae vergaderzaal, de zetel van de Opperste Volksvergadering, de wetgevende macht van Noord-Korea, een twee uur durende toespraak met als titel 'Bloed is dikker dan water'. Ik sprak tot de Noord Koreaanse leiders over een manier om Noord en Zuid-Korea door liefde te herenigen. Ik stond oog in oog met deze leiders, die uitgerust waren met de Juche filosofie van Kim Il Sung, en ik maakte hen exact duidelijk waar ik in geloofde.

''Het noorden en het zuiden moeten worden herenigd”, zei ik, “maar dat kan niet met geweren en zwaarden. De eenheid tussen Noord en Zuid zal niet door militair geweld tot stand komen. Zelfs door de Koreaanse oorlog is dit doel niet bereikt, en het is dwaas te denken dat een nieuwe poging met militaire kracht dit wel kan bereiken. Ook zal hereniging niet plaats vinden door middel van de Juche ideologie die u aanhangt. Waardoor dan wel? In de wereld komen de dingen niet alleen door menselijk vernuft en menselijke kracht tot stand. Omdat God bestaat, is er niets dat enkel door menselijke inspanningen kan worden bereikt. Zelfs in situaties waarin het kwaad de overhand heeft, zoals in een oorlog, voert God Zijn voorzienigheid uit. De Juche ideologie kan het noorden en het zuiden niet verenigen, omdat niet God, maar de mens in die visie centraal staat”.

“Een verenigd vaderland creëren kan alleen via het ‘God-isme”, ging ik verder. “God beschermt ons, en de tijd van onze hereniging is niet ver meer. Vereniging is onze bestemming! Dit is de taak die we in deze tijd moeten volbrengen. Als wij de heilige opdracht van het verenigen van ons vaderland nu niet uitvoeren, zullen we in de eeuwigheid niet met opgeheven hoofd voor onze voorouders of onze nakomelingen durven staan”.

“Wat is het God-isme? Het is het in de praktijk brengen van Gods volmaakte liefde. De rechtervleugel noch de linkervleugel zijn in staat om Noord en Zuid te verenigen. Dit kan alleen wanneer we van een ‘Headwing’ gedachte uitgaan, die deze beiden kan harmoniseren“.

“U moet zich ten overstaan van de wereld verontschuldigen voor het binnenvallen van het Zuiden, indien u de weg van ware liefde wilt gaan. Ik weet dat Noord-Korea twintigduizend spionnen heeft gestationeerd in Zuid-Korea. Geef hen onmiddellijk het bevel om zich bij de Zuid Koreaanse autoriteiten aan te geven! Als u dat doet, dan zal ik hen onderwijzen. Ik zal hen door het juiste onderricht helpen om hun verkeerde ideologie te corrigeren, en patriotten van hen maken die zullen bijdragen aan de vreedzame hereniging van Noord en Zuid”.

Terwijl ik sprak, sloeg ik hard met m’n vuist op tafel, om mijn woorden kracht bij te zetten. De gezichten van Yun Ki Bok en vicepremier Kim Dal Hyeong betrokken steeds meer. Ik was me bewust van het gevaar waaraan ik me blootstelde door het doen van deze gedurfde uitspraken, maar ik had geen keus. Ik moest de dingen zeggen die ik me voorgenomen had te zeggen. Mijn bedoeling was niet om de toehoorders te choqueren. Ik wist dat mijn toespraak onmiddellijk, woord voor woord, aan president Kim en zijn zoon, voorzitter Kim Jong Il, zou worden gerapporteerd. Daarom wilde ik het doel van mijn komst helder formuleren.

Toen ik klaar was, protesteerden sommige van de Noord Koreaanse aanwezigen. Zij wilden weten hoe ik zulke dingen had durven zeggen. Ik keek naar mijn gevolg en zag dat de meeste gezichten lijkbleek waren. Onze leden zeiden dat de toespraak bijzonder scherp van toon was, en de sfeer onder de toehoorders verre van goed.

Ik gaf echter niet toe. “Waarom denken jullie dat ik hier ben?”, vroeg ik. “Ik ben hier niet gekomen om een toeristisch uitstapje naar Noord-Korea te maken. Als ik hier weg zou gaan, zonder te zeggen wat gezegd moest worden, dan zou de Hemel me straffen. Zelfs als deze toespraak hun excuus wordt om mij de ontmoeting met de president te weigeren en ons het land uit te zetten, dan nog was het nodig dat ik de dingen zei die ik gezegd heb”.

Op 8 juli 1994 overleed president Kim plotseling. Zijn dood kwam op het moment dat de verhoudingen tussen Noord en Zuid op een ongekend dieptepunt waren beland. Er waren Patriot raketten opgesteld op Zuid Koreaanse bodem, en haviken in de Verenigde Staten pleitten voor de vernietiging van de nucleaire  installaties in Yeongbyon. Het leek erop dat ieder moment een oorlog kon uitbreken. Noord-Korea  liet weten geen rouwbezoek uit het buitenland te willen ontvangen, maar mijn intuïtie zei me dat het belangrijk was om iemand te sturen. Ik wilde mijn verplichting nakomen die voortkwam uit de broederlijke band die ik met president Kim had gesmeed. Ik zei tegen Bo Hi Pak dat hij onmiddellijk naar Noord-Korea moest gaan, om als mijn vertegenwoordiger president Kim de laatste eer te bewijzen.

''Niemand komt op dit moment Noord-Korea binnen”, zei hij.

''Ik weet dat het moeilijk is, maar je moet er op een of andere manier naartoe. Desnoods zwem je de Yalu rivier over. Ga erheen en breng mijn condoleances over''.

Bo Hi Pak reisde eerst naar Beijing en zette zijn leven op het spel door met Noord-Korea in verbinding te treden. Uiteindelijk gaf voorzitter Kim Jong Il de instructie dat er voor Bo Hi Pak een uitzondering gemaakt moest worden: “Een vertegenwoordiger van voorzitter Moon mag naar de begrafenisplechtigheid komen. Begeleid hem naar Pyongyang''.

Na het overbrengen van de condoleances had voorzitter Kim Jong Il een ontmoeting met Bo Hi Pak. Hij begroette hem vriendelijk met de woorden: ''Mijn vader zei altijd dat voorzitter Moon hard werkt aan de hereniging van ons vaderland. Ik ben blij dat u gekomen bent''.

In 1994 verkeerde het Koreaanse schiereiland in een crisis die ieder ogenblik kon escaleren. Op dat moment konden we de nucleaire crisis op het Koreaanse schiereiland oplossen, dankzij de relatie die ik met president Kim Il Sung had opgebouwd. Het sturen van een vertegenwoordiger naar de begrafenis van de president betekende meer dan alleen een condoleancebezoek.

Ik heb mijn ontmoeting met president Kim met de nodige details beschreven, om te laten zien hoe belangrijk geloof en vertrouwen tussen twee mensen is. Ik heb hem ontmoet omwille van de vreedzame hereniging van ons vaderland. Ik was in staat om mijn zorgen over de toekomst van ons volk met geloof en vertrouwen over te brengen. Het resultaat was dat zijn zoon, voorzitter Kim Jong Il, onze vertegenwoordiger bij de dood van zijn vader accepteerde. Er is geen muur die niet beklommen kan worden, geen droom die niet bewaarheid kan worden, indien we onze liefde met een oprecht hart geven.

Toen ik naar Noord-Korea ging, beschouwde ik dit land niet alleen als mijn vaderland, maar ook als het thuis van mijn broer. Ik ging er niet heen omdat ik iets van hen wilde. Mijn doel was slechts om de liefde in mijn hart te laten zien. De kracht van de liefde heeft niet alleen president Kim Il Sung, maar ook zijn zoon, voorzitter Kim Jong Il, geraakt. Sinds die tijd - en tot op de dag van vandaag – onderhouden we een speciale band met Noord-Korea. Telkens wanneer de relaties tussen het noorden en het zuiden onder druk kwamen te staan, speelden we een rol bij het vinden van een oplossing. Dit alles is mogelijk op basis van mijn ontmoeting met president Kim Il Sung, en van het feit dat ik tegenover hem mijn oprechte gevoel heb geuit, en een band van vertrouwen heb gesmeed. Zo belangrijk is vertrouwen.

Als een van de resultaten van mijn ontmoeting met president Kim runnen we in Noord-Korea nu de Pyeonghwa autofabriek, het Potonggang hotel, en het World Peace Center. Overal in de hoofdstad Pyongyang zijn reclameborden te zien voor Pyeonghwa auto’s. Toen de Zuid Koreaanse president Noord-Korea bezocht, lieten Noord Koreaanse functionarissen hem de Pyeonghwa autofabriek zien. Kopstukken uit het Zuid Koreaanse bedrijfsleven die de president vergezelden, verbleven in het Potonggang hotel. Leden van onze kerk die geen Noord Koreanen zijn maar in Noord-Korea werken, komen iedere zondag bijeen in het World Peace Center om een kerkdienst bij te wonen.

Al deze projecten zijn inspanningen voor vreedzame uitwisseling tussen Noord en Zuid, en voor de uiteindelijke hereniging van de twee Korea’s. Ze zijn niet bedoeld om winst te maken. Het zijn inspanningen die bedoeld zijn om een bijdrage te leveren aan de hereniging van Noord en Zuid, als uitdrukking van liefde voor het Koreaanse volk.



START | TERUG | VOLGENDE

.

 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu