Een erfenis van liefde nalaten - dr. Sun Myung Moon autobiografie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Snelle navigatie > H5: Liefdevolle gezinnen kunnen de wereld ...
 

- Hoofdstuk 5 - Liefdevolle gezinnen kunnen de wereld veranderen -



5-9

Een erfenis van liefde nalaten


Een waarachtig leven is een leven waarin we onze persoonlijke verlangens ondergeschikt maken aan een leven voor het algemeen welzijn. Of het nu Jezus, Boeddha of de profeet Mohammed is, alle grote religieuze leiders in heden en verleden, en in oost en west, hebben deze waarheid onderwezen. De kennis omtrent dit universele beginsel is wijd verbreid, maar lijkt in het heden iets te hebben ingeboet aan actuele waarde. Toch kunnen noch het verstrijken van de tijd, noch alle veranderingen in de loop van de geschiedenis de waarde van dit beginsel aantasten. Dat komt omdat de essentie van het leven altijd dezelfde blijft, ook in tijden van snelle veranderingen in de wereld.

De leraar die het dichtst bij ons staat is ons hart. Het is ons dierbaarder dan onze beste vrienden of zelfs onze ouders. Daarom moeten we regelmatig bij ons hart te rade gaan en vragen: “Leid ik wel een goed leven?” Ieder mens kan zijn hart horen spreken. Wie tot het besef komt dat zijn hart zijn meester is, wil het polijsten en er zijn leven lang een innige band mee hebben. Hoort een mens zijn hart verdrietig snikken, dan moet hij onmiddellijk ophouden met hetgeen waarmee hij bezig is. Want wat zijn hart verdrietig maakt, zal hem uiteindelijk te gronde richten als hij ermee doorgaat. Alles wat ons hart bedroefd maakt, maakt ons uiteindelijk eenzaam en ongelukkig.

Willen we ons hart polijsten totdat het zo helder wordt als kristal, dan moeten we de tijd nemen om een rechtstreeks gesprek met ons hart te voeren, in een omgeving waar we, weg van de wereld, met ons hart alleen kunnen zijn. Het zal een tijd van intense eenzaamheid zijn. Het moment waarop we werkelijk bij de diepste lagen van ons hart komen is de tijd van gebed en meditatie. Op zo’n moment worden we de meester van ons hart. Wanneer we onszelf afzonderen van het lawaai om ons heen en onze gedachten tot rust laten komen, kunnen we in de diepste kern van ons wezen kijken. De lange weg gaan naar ons binnenste, daar waar ons hart zich genesteld heeft, kost veel tijd en moeite. Zoiets gebeurt niet in één dag.

Liefde is er niet voor onszelf alleen, en dit geldt ook voor geluk en vrede.
Zoals liefde nooit kan bestaan zonder partner, zo kunnen ook geluk en vrede niet zonder partner bestaan. Dit alles is alleen mogelijk in relatie met een partner. Niets wezenlijks kan tot stand komen indien we alleen leven. In ons eentje kunnen we niet gelukkig zijn of over vrede spreken.
Omdat een partner het ons mogelijk maakt om geluk en vrede te ervaren, is de partner belangrijker dan wijzelf.

Laten we ons een jonge moeder voorstellen die met haar kleine kind op de rug bij een van de metro-ingangen in Seoel zit, en de voorbijgangers haar zelfgemaakte etenswaren te koop aanbiedt. Om op tijd voor de ochtendspits haar plekje te kunnen innemen, is zij misschien wel de hele nacht met de voorbereiding van de snacks bezig geweest, om daarna met haar jengelende kind op weg te gaan naar het station. Voorbijgangers zouden kunnen zeggen, dat zij beter af zou zijn als ze  haar peuter niet bij zich had. Maar het is juist omwille van haar kind dat de moeder zich al deze moeite getroost.

De levensverwachting van de mens is tegenwoordig ongeveer tachtig jaar. Tachtig jaar vreugde, boosheid, verdriet, geluk en alle andere voorkomende emoties lijkt een lange tijd. Als we hier echter de tijd aftrekken die we aan onszelf besteden voor slapen, werken en eten, en ook nog eens de tijd die we doorbrengen met praten, lachen en plezier maken met familie en vrienden, het bijwonen van huwelijken en begrafenissen, plus de tijd die we ziek in bed doorbrengen, dan blijven er maar zo’n zeven jaar over. Een mens leeft misschien tachtig jaar, maar meestal worden daarvan niet meer dan zeven jaar voor een hoger doel geleefd.

Het leven is als een elastiekje. Dezelfde zeven jaar kunnen, wanneer ze aan twee verschillende mensen worden gegeven, als zeven jaar of als zeventig jaar worden geleefd. Tijd op zichzelf is leeg; we moeten haar op een goede manier invullen. Dit geldt ook voor het leven van een mens. Iedereen wil een comfortabele plek om te slapen en lekkere dingen om te eten. Eten en slapen zijn echter slechts manieren om tijd door onze vingers te laten glippen. Wanneer de mens aan het eind van zijn leven komt en zijn lichaam te rusten wordt gelegd in de aarde, blijft van alle rijkdom en glorie niets anders over dan een zeepbel, die weg is in een zucht. Alleen de zeven jaar die hij voor het grotere geheel heeft geleefd blijven, en alleen deze worden herinnerd door het nageslacht. Die zeven jaar zijn dus alles wat overblijft van een leven dat tachtig jaar heeft geduurd.

Dat we geboren worden is niet onze eigen beslissing. Ook besluiten we niet zelf wanneer we deze wereld weer verlaten. Eigenlijk kunnen we ons lot op geen enkele manier zelf bepalen. We werden geboren, zonder dat we hier ooit voor kozen, en we sterven, hoewel we ook daarin niets te zeggen hebben. We hebben geen enkele zeggenschap over deze aspecten van het leven, dus hoe kunnen we beweren dat we op een of andere manier beter zijn dan anderen? We worden niet geboren door onze eigen wil, we hebben geen bezit dat voor altijd van ons is, en we kunnen niet voorkomen dat we doodgaan. Dus alle dikdoenerij waartoe we ons zouden kunnen laten verleiden, zou alleen maar deerniswekkend zijn.

Zelfs als we op een hogere positie belanden dan anderen, is deze eer slechts tijdelijk. Vergaren we meer bezittingen dan anderen, dan moeten we die op de drempel van de dood weer afstaan. Geld, kennis en eer raken we weer kwijt; ze vervliegen met het verstrijken van de tijd. Hoe nobel en voornaam een mens ook mag zijn, uiteindelijk heeft hij slechts een beklagenswaardig leven, dat eindigt met zijn laatste ademtocht.

De mens heeft altijd geprobeerd om erachter te komen wie hij is en waarom hij leeft. Zoals onze geboorte volkomen buiten onze wil plaatsvond, zo is ook ons leven niet voor onszelf. Het antwoord op de vraag hoe we moeten leven is dus eenvoudig. We zijn geboren uit liefde, en daarom moeten we tijdens ons leven ook steeds de weg van de liefde kiezen. Ons leven ontstond door de grenzeloze liefde van onze ouders. Daarom moeten we een leven lang bezig zijn met het terugbetalen van deze liefde. Tijdens ons leven is dit de enige waarde waarvoor we zelf kunnen kiezen. Het welslagen of mislukken van ons leven hangt af van de hoeveelheid liefde die we investeren, in de tachtig jaar die ons gegeven zijn.

Op zeker moment zal ieder mens zijn stoffelijk lichaam afleggen alsof het oude kleren zijn, en doodgaan. In het Koreaans is 'terugkeren' een gebruikelijke uitdrukking voor sterven. Terugkeren betekent teruggaan naar de wortels van ons bestaan, de plaats waar we vandaan komen. In het universum beweegt alles in cycli. De sneeuw die zich in de bergen verzamelt smelt weer, en stroomt dan langs de hellingen naar beneden, eerst als beekjes, en daarna als een rivier die uiteindelijk uitmondt in de oceaan. Het water dat naar zee stroomt absorbeert de hitte van de zonnestralen, wordt waterdamp en stijgt op, om daarna weer te veranderen in sneeuwvlokken of regendruppels. Het op deze manier terugkeren naar onze oorsprong noemen we ‘sterven’. Waarheen keren wij mensen terug wanneer we doodgaan? Lichaam en geest zijn eerst samengekomen om menselijk leven te creëren, en de dood  is het loslaten van het lichaam. We gaan dus terug naar de plaats waar ons geest vandaan komt.

We kunnen niet over het leven praten zonder het ook over de dood te hebben. We moeten een helder begrip krijgen van wat de dood inhoudt, om het doel van het leven te kunnen begrijpen. Welke manier van leven echt waarde heeft, kan alleen de mens begrijpen die in een extreem moeilijke situatie de dood voor ogen heeft, en de hemel vertwijfeld smeekt om nog één dag langer te mogen leven. Als onze tijd op aarde zo kostbaar is, hoe moeten we haar dan besteden? Welke dingen moeten we volbrengen voordat we de drempel van de dood overgaan?

Het belangrijkste is dat we niet zondigen, en dat we een leven leiden zonder schaduwzijden. Er zijn al veel religieuze en filosofische discussies gevoerd over de vraag wat zonde is, maar één ding is duidelijk, en dat is dat we geen gedrag moeten vertonen waardoor ons geweten gaat knagen. Als we dingen doen die ons een schuldig geweten geven, laat dat altijd een schaduw achter in ons hart.

Wat daarna het belangrijkste is, is onze vastberadenheid om duidelijk meer werk te verrichten dan anderen hebben gedaan. Al onze levens zijn begrensd, of die grens nu zestig of zeventig jaar, of een andere tijdsperiode is. Of ons leven twee- of driemaal rijker en meer vervuld is dan dat van anderen, hangt af van hoe we onze tijd gebruiken. Als we de tijd die ons gegeven is opdelen in periodes, en elke periode op een zinvolle wijze besteden, dan zal ons leven heel waardevol zijn. Laten we leven met grote overgave en inzet, en tegen onszelf zeggen dat we bijvoorbeeld  twee of drie bomen willen planten in de tijd waarin anderen er één planten.

We moeten niet voor onszelf leven, maar voor anderen. We zouden meer voor onze naasten moeten leven dan voor ons eigen gezin; meer voor de wereld dan voor ons eigen land. Alle zonden in de wereld ontstaan op het moment dat het individu op de eerste plaats wordt gezet. Verlangens en ambities die gericht zijn op het individu, schaden de medemens, en tasten de samenleving als geheel aan.

Alles in de wereld gaat op een gegeven moment voorbij. Onze liefhebbende ouders, de man, de vrouw en de kinderen van wie we houden, ze zullen er allemaal over een tijdje niet meer zijn. Het enige dat ons aan het eind van ons leven rest is de dood. Wanneer een mens sterft, is zijn nalatenschap het enige wat overblijft.

Laten we eens een moment stilstaan bij de vraag hoe we kunnen laten zien dat we een waardevol leven hebben geleid. De materiële bezittingen en de maatschappelijke positie die we tijdens ons leven verwierven, moeten we achterlaten. Zodra we de rivier van de dood oversteken hebben die dingen geen betekenis meer. Omdat we in liefde geboren worden en ons leven leiden in liefde, is liefde ook het enige wat bij ons blijft wanneer we in ons graf liggen. We ontvangen ons leven in liefde, geven tijdens ons leven liefde door, en keren terug naar het middelpunt van liefde. Waar het om gaat is, dat we door onze levenswijze een erfenis van liefde achterlaten.



START | TERUG | VOLGENDE

.

 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu