Hoe groter de pijn, hoe meer we moeten liefhebben - dr. Sun Myung Moon autobiografie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Snelle navigatie > H2: Mijn hart is als een rivier van tranen
 

- Hoofdstuk 2 - Mijn hart is als een rivier van tranen -



2-2

Hoe groter de pijn, hoe meer we moeten liefhebben


Ik viel ten prooi aan extreme verwarring. Ik kon het grote geheim in mijn hart niet met mijn ouders delen. Het voor mezelf houden kon ik echter evenmin. Ik wist absoluut niet wat ik moest doen. Zoveel was duidelijk: ik had een heel speciale opdracht van de Hemel ontvangen. Het was zo’n enorme en overweldigende verantwoordelijkheid. Ik beefde van angst bij de gedachte dat ik dit misschien niet alleen aankon. Meer nog dan voorheen zocht ik houvast in gebed, en probeerde zo mijn verwarde hart tot rust te brengen. Maar zelfs dat had geen effect. Hoezeer ik het ook probeerde, ik kon geen moment loskomen van de herinnering aan mijn ontmoeting met Jezus.

Deze ontmoeting veranderde mijn leven totaal. Jezus’ droevige gezicht stond in mijn hart gegrift alsof het er ingebrand was, en ik kon aan niets anders denken. Vanaf die dag ging ik volledig op in Gods woord. Er waren dagen dat ik omgeven was door eindeloze duisternis, en de pijn in mijn hart was zo schrijnend dat zelfs ademen moeilijk was. Op andere momenten was mijn hart vervuld van vreugde, alsof ik de ochtendzon boven de horizon zag opkomen. In een poging mijn hart, en de waterval van mijn tranen, tot rust te brengen, heb ik het volgende gedicht geschreven:


KROON VAN GLORIE

Wanneer ik aan mensen twijfel, voel ik pijn.
Wanneer ik mensen veroordeel, is dat ondraaglijk.
Wanneer ik mensen haat, heeft mijn bestaan geen waarde.

Maar indien ik geloof, word ik bedrogen.
Indien ik liefheb, word ik verraden.
Wanneer ik vanavond  lijd en verdrietig ben, mijn hoofd in mijn handen,
Heb ik dan ongelijk?

Ja, ik heb ongelijk.
Ofschoon bedrogen, moeten we blijven geloven,
Hoewel verraden, schenken we toch vergeving.
Heb volledig lief, zelfs degenen die je haten.

Droog je tranen en verwelkom met een glimlach
Degenen die niets kennen dan bedrog
En hen die verraden zonder berouw.

O Meester, de pijn van het liefhebben.
Zie mijn handen.
Leg Uw hand op mijn borst.
Mijn hart barst uiteen, wat een kwelling.

Maar wanneer ik hen die tegen mij ingingen liefhad,
Bracht ik de overwinning.
Indien jij hetzelfde hebt gedaan,
Zal ik je de Kroon van Glorie geven.

De dagen dat ik steeds dieper de wereld van gebed binnengevoerd werd, volgden elkaar op. Ik stelde me volledig open voor de essentiële nieuwe inzichten die ik direct van Jezus kreeg. Ik liet me volledig in beslag nemen door Gods Woord, en begon een heel ander leven te leiden. Ik begon over veel dingen na te denken, en langzamerhand werd ik een jongen van weinig woorden.

Wie de weg van God volgt, moet zijn doel met heel zijn hart en met uiterste toewijding najagen. Dit vereist een extreme doelgerichtheid. Vanaf mijn geboorte ben ik koppig van aard en mijn karakter herbergt een grote vasthoudendheid. Ik gebruikte deze door God gegeven onverzettelijkheid om moeilijkheden te overwinnen, en het mij opgedragen pad te volgen. Wanneer de twijfel toesloeg, hernam ik mezelf met de gedachte: “Ik heb Gods woord rechtstreeks ontvangen!”. Het was niet eenvoudig om deze weg te kiezen, omdat het vereiste dat ik de rest van mijn jeugd opofferde. Soms had ik de sterke neiging om dit moeilijke pad te laten voor wat het was.  

Een wijs iemand stelt zijn hoop in de toekomst en gaat door, hoe moeilijk het ook is. Een dwaas daarentegen, gooit zijn toekomst te grabbel omwille van directe bevrediging. Als kleine jongen had ik soms ook dwaze gedachten, maar uiteindelijk koos ik voor het pad van de wijze. Met een blij hart gaf ik mijn leven, om de weg van Gods wil te gaan. Weglopen kon ik niet, ook al zou ik het proberen. Deze weg was voor mij de enige optie.

Waarom riep God juist mij? Zelfs nu ik over de negentig ben, vraag ik me iedere dag af waarom God me geroepen heeft. Waarom heeft Hij van alle mensen op de wereld uitgerekend  mij gekozen? Niet omdat ik zo’n knap gezicht of zo’n voortreffelijk karakter had, of zo’n diepe overtuiging. Ik was maar  een onopvallende, koppige en een beetje dwaze jongeman. Als God al iets in mij aantrof, dan moet het een oprecht hart zijn geweest, dat met tranen van liefde naar Hem op zoek was. Liefde is altijd en overal het essentiële punt. God was op zoek naar een persoon die met een hart vol liefde wilde leven; die, geconfronteerd met pijn en tegenslag, de gevolgen daarvan teniet kon doen met liefde. Ik was een jongen van het boerenland met niets bijzonders om trots op te zijn. Ook nu blijf ik zonder aarzeling volhouden dat ik mijn leven voor niets anders had willen geven dan voor de liefde van God.

Er was niets dat ik uit mijzelf wist, en daarom stelde ik al mijn vragen aan God. Ik vroeg: ”God, bestaat U werkelijk?” en alleen op die manier werd ik volledig van Zijn bestaan overtuigd. Ik vroeg: “Is er iets waarvan U hoopt dat het werkelijkheid wordt?”. Het antwoord was dat ook de almachtige God hartenwensen heeft, die wachten op vervulling. Ik vroeg Hem: “God, heeft U mij nodig?” Zo ontdekte ik dat Hij me nodig heeft voor een unieke opdracht.

In die dagen vol ernstig gebed en diepe toewijding aan de wil van de Hemel, verscheen Jezus mij telkens weer met speciale boodschappen. Wanneer ik met grote serieusheid iets wilde weten, kwam Jezus met een zachte gezichtsuitdrukking en beantwoordde mijn vragen. Zijn woorden waren altijd kernachtig en troffen me als scherpe pijlen in het hart. Het waren niet slechts woorden. Het waren openbaringen over de schepping van het universum, die de deur naar een nieuwe wereld openden. Wanneer Jezus sprak, verscheen hij mij als een zachte bries, maar ik nam Zijn woorden ter harte, en bad met een kracht die sterk genoeg was om een boom te ontwortelen. Stap voor stap leerde ik inzien welk doel God had bij de schepping van het universum, en ging ik Zijn scheppingsbeginselen begrijpen.

In de zomer van dat jaar maakte ik een pelgrimstocht door het land. Geld had ik niet. Ik ging langs de huizen om voedsel te vragen. Als ik geluk had, kreeg ik een lift van een vrachtwagenchauffeur. Zo bezocht ik alle uithoeken van het land. Overal waar ik kwam, zag ik dat mijn vaderland een dal van bittere droefheid was. Er kwam geen eind aan het gezucht van hongerende mensen. Hun weeklagen en verdriet werden tranen, en die tranen vulden rivieren.

“Aan deze ellendige geschiedenis moet zo snel mogelijk een eind komen”, zei ik tegen mezelf. “Ons volk mag niet zo lamgeslagen en wanhopig blijven! Ik moet een mogelijkheid vinden om naar Japan en Amerika te gaan, zodat ik de wereld de grootsheid van het Koreaanse volk kan laten inzien.”

Door deze pelgrimstocht verdubbelde mijn vastbeslotenheid voor mijn toekomstige arbeid. Met gebalde vuisten concentreerde ik mijn geest volledig, en kreeg ik een haarscherp beeld van de weg die ik in mijn leven moest gaan: “Ik zal mijn leven geven om ons volk te redden, en
Gods vrede op deze aarde te brengen”.



START | TERUG | VOLGENDE

 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu