'Waarom moet mijn vader naar de gevangenis?' - dr. Sun Myung Moon autobiografie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Snelle navigatie > H4: Het begin van onze wereldwijde missie
 

- Hoofdstuk 4 - Het begin van onze wereldwijde missie -



4-11

‘Waarom moet mijn vader naar de gevangenis?’


Ook in de gevangenis van Danbury volgde ik het principe dat ik mijn leven wil leiden voor anderen. Ik stond ’s morgens vroeg op, en ging schoonmaken waar het nodig was. In de eetzaal zaten mannen lusteloos onderuitgezakt bij hun bord eten, deden een dutje of praatten wat met elkaar, maar ik zat waardig en met rechte rug aan tafel. Werd ik ingedeeld voor corvee, dan werkte ik harder dan de anderen, en ik lette er goed op hoe het met de overige gevangenen was gesteld.

In mijn vrije tijd las ik de Bijbel. Een medegevangene, die zag dat ik vaak in de Bijbel las, vroeg: “Is dat jouw Bijbel? Hier, dit is de mijne…kijk er maar eens in!”, en hij wierp me een tijdschrift toe. Het was het pornoblad Hustler.

In de gevangenis stond ik bekend als iemand die werkte zonder veel te zeggen. Ik las boeken en mediteerde. Na verloop van drie maanden begon ik vriendschap te sluiten met de gevangenen en de bewakers. Ik raakte bevriend met een gevangene die verslaafd was aan drugs, en ook met de man die het pornotijdschrift zijn Bijbel noemde. Weer enige tijd later begonnen de gevangenen de spullen met me te delen, die zij van thuis opgestuurd kregen. Vanaf het moment dat we eerlijk ons hart voor elkaar konden openen, leek het alsof de lente haar intrede deed in de gevangenis.

De Amerikaanse regering is in feite nooit van plan geweest om mij op te sluiten. De aanklacht kwam toen ik niet in Amerika was, maar op reis in Duitsland. Waarschijnlijk had men het liefst gezien, dat ik ervoor had gekozen om niet naar de VS terug te keren. Men was er vooral op uit om me het land uit te krijgen; mij gevangen zetten was niet hun eerste prioriteit. Ik kreeg steeds grotere bekendheid in Amerika en het aantal mensen dat mij navolgde groeide snel. Daarom wilden de autoriteiten een stevige hindernis op m’n weg leggen. Net als in Korea was ik de gevestigde kerken een doorn in het oog. Maar omdat ik precies wist wat hun strategie was, koos ik ervoor om naar de VS terug te keren en naar de gevangenis te gaan. Ik was simpelweg nog niet klaar met mijn werk in Amerika.

Ik ben van mening dat een verblijf in de gevangenis niet slecht is voor een mens. Als ik mensen die in een hel leven tot berouw wil brengen, moet ik eerst zelf tranen vergieten. Tenzij ik eerst zelf door diepe ellende ga, kan ik het hart van anderen niet openen voor God. De Hemel werkt echt op manieren die voor ons wonderbaarlijk zijn. Nadat ik gevangen was gezet, beschuldigden zevenduizend dominees en andere religieuze leiders de Amerikaanse overheid ervan, dat zij zich schuldig maakte aan het schenden van de religieuze vrijheid. Al deze leiders begonnen zich nu in te zetten voor mijn vrijlating.

Onder hen waren de conservatieve dominee Jerry Falwell van de Southern Baptist Convention, en de vrijzinnige dr. Joseph E. Lowery, die jaren later de zegen uit zou spreken tijdens de inauguratie van president Obama. Zij gingen voorop bij de pogingen om mij vrij te krijgen. Ook mijn dochter In Jin, toen nog maar een tiener, marcheerde met hen mee. Zij stond voor een menigte van duizenden religieuze leiders, en las in tranen een zelf geschreven brief voor, gericht aan de rechter die mijn veroordeling had uitgesproken.

“Mijn vaders leven is doordrenkt met tranen, terwijl hij probeert de wil van God te doen. Hij is nu 64 jaar. Zijn enige misdaad is dat hij van Amerika houdt. Op dit moment wast hij borden af in de keuken van de gevangenis, en schrobt hij de vloer van de eetzaal”.

“Vorige week bezocht ik mijn vader en zag ik hem voor het eerst in gevangeniskleding. Ik heb aan één stuk door gehuild. Hij droeg mij op om geen tranen voor hem te vergieten, maar in plaats daarvan te bidden voor Amerika. Hij vroeg me om al mijn boosheid en verdriet om te vormen tot een enorme kracht, die sterk genoeg is om van Amerika een land te maken dat werkelijk vrij is”.

“Hij zei dat hij in de gevangenis iedere ontbering zal doorstaan, elke onrechtvaardigheid zal verdragen, en ieder kruis zal dragen dat op zijn weg komt. Vrijheid van godsdienst is de basis van alle andere vrijheden. Mijn vader voelt oprechte dankbaarheid jegens iedereen die is opgekomen voor religieuze vrijheid”.

Mijn straf werd met zes maanden bekort wegens goed gedrag, en na dertien maanden werd ik uit de gevangenis ontslagen. Op de dag van mijn vrijlating, 20 augustus 1985, werd in Washington DC een diner georganiseerd ter ere van mijn vrijlating, waarbij zeventienhonderd christelijke leiders en joodse rabbijnen hun opwachting maakten. In mijn toespraak herhaalde ik mijn standpunt dat we ‘over de grenzen van godsdiensten en geloofsgemeenschappen heen moeten stappen’. Met luide stem verkondigde ik mijn visie aan de wereld, zonder enige angst voor de reacties van mijn tegenstanders.

“God is niet een God van één, of slechts enkele, geloofsrichtingen. Voor Hem hebben wereldse discussies over Bijbelinterpretaties geen betekenis. In Gods grote, ouderlijke hart is geen plaats voor onderscheid in nationaliteit of ras, en de grenzen tussen landen en culturen tellen niet voor Hem. Ook nu stelt God alles in het werk, om alle mensen op aarde zo spoedig mogelijk als Zijn kinderen te kunnen omhelzen. Amerika gaat gebukt onder het rassenvraagstuk, en onder problemen die veroorzaakt worden door de morele achteruitgang en de grote verwarring over waarden. Dit land zucht onder een grote spirituele droogte, veroorzaakt door de neergang van het christelijke geloof, en de opkomst van het atheïstische communisme. Dit zijn de redenen waarom ik aan Gods oproep gehoor heb gegeven om naar Amerika te komen. Het christendom van vandaag heeft een sterke impuls en een nieuwe bezieling nodig, en moet zich verenigen. Ook religieuze leiders moeten zich bezinnen op de rol die zij tot nu toe gespeeld hebben, en tot berouw komen. De situatie van tweeduizend jaar geleden, toen Jezus de mensen opriep om berouw te hebben, beleven we vandaag opnieuw. We moeten samen de belangrijke missie vervullen die God Amerika gegeven heeft. Zoals de toestand nu is, kan hij niet blijven voortduren. We hebben een nieuwe Reformatie nodig”.

Toen ik eenmaal op vrije voeten was, was er niets meer wat me kon tegenhouden. Met nog luidere stem dan voorheen waarschuwde ik het gevallen Amerika. Ik herhaalde in krachtige bewoordingen dat het land alleen tot nieuw leven kon komen, indien het terug zou keren naar Gods liefde en moraliteit. Alleen dan zou Amerika nieuw elan en nieuwe kracht kunnen krijgen.

Ik werd opgesloten hoewel ik niets verkeerds had gedaan, maar ook dit was onderdeel van Gods plan. Na mijn vrijlating gingen de leiders die zich voor mijn invrijheidstelling hadden ingezet om beurten naar Korea, om een dieper begrip te krijgen van mijn werk en missie. Daar ontdekten zij welke essentie in reverend Moon’s hart zoveel Amerikaanse jongeren had aangesproken. Na hun terugkeer in de VS richtten honderdtwintig van deze dominees en priesters de American Clergy Leadership Conference op. (Alliantie van Religieuze Leiders in Amerika).



START | TERUG | VOLGENDE

.

 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu