Door liefdadigheid alleen komt er geen einde ... - dr. Sun Myung Moon autobiografie

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Snelle navigatie > H7: De toekomst van Korea is de toekomst van ...
 

- Hoofdstuk 7 - De toekomst van Korea is de toekomst van de wereld -



7-9

Door liefdadigheid alleen komt geen einde aan de honger


Om het probleem van de honger op te lossen moeten we geduldig zijn, en bereid om te zaaien. Zaadjes worden geplant en wachten, onzichtbaar onder de grond, op het moment dat ze kunnen ontkiemen en door hun buitenste schil heen kunnen breken. Identiek hieraan is het op langere termijn beter om mensen te leren hoe ze tarwe moeten planten en oogsten om er brood van te maken, dan om iemand die bijna dood gaat een stuk brood te geven. De eerste aanpak is misschien moeilijker, en zal bij het grote publiek niet veel erkenning krijgen, maar het is de enige manier om tot een fundamentele, duurzame oplossing voor wereldwijde honger te komen. We moeten nu beginnen met het bestuderen van het klimaat, de bodemgesteldheid, en het karakter van de bevolking in de hongergebieden.

In Afrika groeit een bijzondere boomsoort genaamd moringa. De mensen in Congo geven de zeer voedzame bladeren van deze boom als voedingssupplement aan hun kinderen. De bladeren worden op een molensteen gemalen, er wordt wat olie toegevoegd en dan worden ze gebakken in een beslag. Ook mesten ze er hun vee mee, voordat ze de dieren naar de markt brengen.

Het zou een goed idee kunnen zijn om op grote schaal moringabomen te planten en de hele boom te verwerken tot meel, nadat eerst de giftige wortels verwijderd zijn. Van het meel kan men brood bakken. Veel landen zouden dit idee kunnen overnemen en moringabomen kunnen planten. Maar ook de Jeruzalem-artisjok (aardpeer), die veel op de zoete aardappel lijkt, leent zich goed als bestrijder van honger, omdat ze heel snel groeit nadat ze eenmaal geplant is. De opbrengst ervan is drie keer zo groot dan bij andere gewassen die aangewend worden om de honger te bestrijden. Daarom is ook het planten van grote hoeveelheden Jeruzalem-artisjokken een effectieve methode voor de oplossing van het hongervraagstuk.

In Jardim in Brazilië wordt in de landbouw gebruik gemaakt van een grote regenworm, met als doel het vruchtbaar maken van de grond. Deze regenworm komt alleen in Zuid-Amerika voor, maar misschien kunnen we zijn leefcondities bestuderen en hem ook inzetten in landbouwgebieden elders in de wereld. Koreanen in de Mato Grosso regio in het zuiden van Brazilië bestuderen zijderupsen. Als het kweken van zijderupsen hier een succes wordt, kan er goedkope zijde geproduceerd worden, en van de opbrengst kan voedsel worden gekocht.

Er bestaat geen snelle manier om aan de honger in de wereld een eind te maken. In ieder land zijn de smaken en gewoontes van mensen verschillend, en ook de  dieren- en plantenwereld is overal anders. Waar het om gaat is de vraag of we voor onze medemensen willen zorgen. Ten eerste moeten we ons hart zo ontwikkelen dat we, ook wanneer we zelf een gevulde maag hebben, niet anders kunnen dan onze hongerende medemensen helpen. Er zal geen echte vrede komen zolang de mensheid honger heeft. Zolang mijn buurman door honger wegkwijnt, is vrede slechts een luxeartikel.

Net zo belangrijk als het direct uitdelen van voedsel aan hen die honger lijden, is het aanleren van vaardigheden waardoor iemand zijn eigen voedsel kan gaan produceren. Om deze technieken bij te brengen moeten we in afgelegen gebieden scholen bouwen om het analfabetisme te bestrijden. Ook moeten we zorgen voor instellingen voor technisch onderwijs, om mensen te leren in hun eigen onderhoud te voorzien.

Mensen uit het Westen die Afrika en Zuid-Amerika veroverden, hebben niet genoeg moeite gedaan om de inheemse bevolking vertrouwd te maken met hun eigen technische kennis. Zij gebruikten de locale bevolking slechts als arbeiders, die hen moesten helpen met het opgraven en afvoeren van de bodemschatten van het land. Zij leerden de bevolking niet hoe ze het land moesten bewerken of hoe ze een fabriek moesten runnen. Dat was verkeerd. Onze kerk heeft vanaf het begin van haar overzeese missiewerk in landen als Congo scholen opgericht voor onderwijs in landbouwvaardigheden en industriële techniek.

Er is nog een probleem waarmee mensen die honger lijden geconfronteerd worden: zij kunnen zich bij ziekte vaak geen goede medische verzorging veroorloven. Aan de andere kant van de wereld, in de ontwikkelde landen, is sprake van overconsumptie van geneesmiddelen, terwijl hongerende mensen vaak doodgaan omdat ze zich niet eens een simpel medicijn tegen diarree kunnen veroorloven. Daarom moeten we bij het uitbannen van honger ook in medische hulp voorzien. We moeten klinieken bouwen om voor chronisch zieke mensen te zorgen.

Als voorbeeld heb ik in Brazilië in de Jardim regio ambulances en medische apparatuur geschonken aan meer dan dertig kleine steden rondom de ‘New Hope Farms’. Ik ben het project van de New Hope Farms begonnen om te laten zien hoe mensen in vrede samen kunnen leven. We hebben een uitgestrekt woest gebied omgevormd tot landbouwgrond, en in de hogere delen hebben we een veehouderij ingericht.

Hoewel New Hope Farms in Brazilië ligt, behoort dit project niet exclusief toe aan de Braziliaanse bevolking. Iedereen die honger heeft kan hier komen werken en te eten krijgen. Er is plaats voor zo’n tweeduizend mensen van alle rassen van de wereld, die er altijd kunnen eten en slapen. We zijn van plan om scholen op te richten en het onderwijs van basisschool tot universiteit aan te bieden. Mensen kunnen er straks leren hoe je een boerderij runt en hoe vee gehouden wordt. We gaan ook onderwijzen hoe bomen geplant en gekweekt worden, en hoe vis gevangen, verwerkt en verkocht wordt. We hebben niet alleen een boerderij ingericht, maar gebruiken ook de talloze meren in de nabijheid van de rivier voor de ontwikkeling van viskwekerijen (fishfarms) en visgronden.

De uitgestrekte ‘Chaco’ regio in Paraguay beslaat zestig procent van het totale grondgebied van dat land, maar is nauwelijks in cultuur gebracht. Het Chacogebied werd gevormd toen het land onder water liep door de stijging van de zeespiegel, en zelfs nu nog komt brak water naar boven als men in de grond graaft. Ik was al in de zeventig toen ik Paraguay voor het eerst bezocht. De mensen in dit lang verwaarloosde gebied leefden zo armoedig, dat het iedere beschrijving te boven ging. Ik werd heel droevig toen ik zag hoe ze leefden. Ik wilde hen helpen, maar ze konden mijn hulp niet gemakkelijk aanvaarden, omdat ze moeite hadden met mijn afwijkende huidskleur en taal.

Ik zat echter niet bij de pakken neer. Ik reisde drie maanden lang de Paraguay-rivier op en neer, en at en sliep met de mensen uit de streek. Hoewel ik al over de zeventig was, nam ik een taak op me die door iedereen als onmogelijk werd beschouwd. Ik leerde de mensen die ik ontmoette alles wat ik van vissen afwist, en zij leerden me hun taal. Drie maanden lang zaten we zo samen op een boot en geleidelijk aan ontwikkelde onze vriendschap zich.

Toen ze eenmaal hun harten begonnen te openen, vertelde ik hen telkens weer waarom de wereld één moet worden. Aanvankelijk reageerden ze onverschillig, maar na verloop van tijd begonnen deze Paraguayanen te veranderen. Na tien jaar was hun instelling dermate veranderd, dat zij met groot enthousiasme een internationaal vredesfestival hielden.

Als het voedselprobleem wordt opgelost, komt daarmee nog niet onmiddellijk vrede. Na het oplossen van het hongervraagstuk moeten er onderwijsprogramma’s komen, die mensen opvoeden in de beginselen van vrede en liefde. Ik heb scholen gebouwd in gebieden als Jardim en Chaco, maar aanvankelijk waren de ouders niet bereid om hun kinderen daarheen te sturen. In plaats daarvan moesten de kinderen voor het vee zorgen.

Het kostte veel moeite om de ouders ervan te overtuigen dat scholing voor kinderen en jongeren belangrijk is, maar als resultaat hebben we nu een groot aantal leerlingen. We bouwden een fabriek voor lichte industrie, waar zij leerden om met eenvoudige technieken producten maken. De leerlingen raakten steeds meer gemotiveerd om naar school te gaan, omdat zij daarna in de fabriek konden werken.

We zijn allemaal samen verantwoordelijk voor de mensen die wereldwijd sterven van de honger. We moeten in actie komen om hen te helpen. We moeten een sterk gevoel van verantwoordelijkheid ontwikkelen, en een manier vinden om hen eten te geven en hen te redden. Mensen die in welvaart leven zouden een stapje terug moeten doen, en diegenen helpen die arm zijn. Dan kan er een wereld ontstaan waarin iedereen het goed heeft.



START | TERUG | VOLGENDE

.

 
 
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu